Wat mag het kosten?

x € 1.000

Omschrijving

Rekening
2019

Begroting
2020

Begroting
2021

Begroting
2022

Begroting
2023

Begroting
2024

Baten

02-1-1-1

Het opstellen van ruimtelijke kaders

2.283

1.098

1.110

1.110

1.110

1.110

02-1-1-2

Voorbereiden/realiseren bouwrijpe grond

143.973

121.053

90.257

124.583

82.790

27.371

02-1-1-3

Samenwerken met partners

18

0

0

0

0

0

Totaal baten

146.274

122.151

91.367

125.693

83.900

28.481

Lasten

02-1-1-1

Het opstellen van ruimtelijke kaders

3.170

8.080

5.229

2.509

186

-1.886

02-1-1-2

Voorbereiden/realiseren bouwrijpe grond

102.128

117.969

87.246

121.497

82.559

27.140

02-1-1-3

Samenwerken met partners

997

1.379

1.421

1.421

1.421

1.421

Totaal lasten

106.295

127.429

93.895

125.427

84.166

26.675

Saldo baten en lasten

39.979

-5.278

-2.528

267

-266

1.807

Mutaties reserves

Toevoeging reserves

28.455

12.010

6.325

6.125

4.825

5.275

Onttrekking reserves

50.255

42.077

15.940

11.170

10.018

9.145

Geraamd resultaat

61.779

24.789

7.087

5.312

4.927

5.677

Financiële toelichting
Hieronder lichten wij de financiële ontwikkelingen per doelstelling toe.

Het opstellen van ruimtelijke kaders
De geraamde lasten en baten op deze doelstelling bestaan grofweg uit:

  • Uitnames die samenhangen met de verdeling van de overhead. Deze lasten worden gedurende het jaar toegerekend aan de producten: lasten -10,0 miljoen euro, baten 0,6 miljoen euro.
  • Het budget dat in deze Programmabegroting 2021 beschikbaar is gesteld voor de voorbereiding van de gemeente op de Omgevingswet: lasten 2,6 miljoen euro.
  • De beschikbare middelen vanuit de Investeringsimpuls Ruimtelijke Strategie Utrecht: lasten 9,6 miljoen euro.
  • Het budget voor Strategie, dat vooral ingezet wordt voor de uitwerking en realisatie van thema’s op het vlak van gezond stedelijk leven voor iedereen en het verbinden van partners aan die opgave: lasten 0,6 miljoen euro.
  • Het budget voor het opstellen van stedelijke kaders (bestemmings- en omgevingsplannen): lasten 2,3 miljoen euro, baten 0,5 miljoen euro.

In 2021 zijn de geraamde lasten 2,9 miljoen euro lager dan in 2020. Dit komt vooral doordat de beschikbare middelen vanuit de Investeringsimpuls Ruimtelijke Strategie jaarlijks fluctueren. De lasten voor de komende jaren zijn aangepast aan de planning uit het Meerjarenperspectief Ruimte 2020 (MPR 2020).

Voorbereiden/realiseren bouwrijpe grond
De cijfers in de tabel zijn gebaseerd op de meerjarige grondexploitaties binnenstedelijk, Leidsche Rijn en Stationsgebied die onderdeel uitmaken van het vastgestelde Meerjarenperspectief Ruimte 2020 (MPR 2020). Ook de lasten en baten van de overige gebiedsontwikkelingen zijn hier begroot.

Grondexploitaties binnenstedelijk
In 2021 zijn de geraamde baten 28,6 miljoen euro. Dit bedrag bestaat voornamelijk uit verkopen van gronden binnen de grondexploitaties Merwedekanaalzone 4 defensieterrein, Het Nieuwe Zandpad, Oudenrijn West, Isotopenweg en het Befu-terrein. 

De geraamde lasten zijn 28,4 miljoen euro. Dit bedrag bestaat voor 13,1 miljoen euro uit kosten voor bouw- en woonrijp maken en milieumaatregelen. Daarnaast heeft 6,6 miljoen euro in de raming betrekking op plan- en VAT-kosten (de kosten voor voorbereiding, administratie en toezicht), verwerving, sloop, tijdelijk beheer, rente en overige kosten. De verrekening met de balansrekening Onderhanden Werk bedraagt 8,7 miljoen euro. De balansrekening Onderhanden Werk bevat de boekwaarde van de lopende binnenstedelijke grondexploitaties. Meer toelichting op de boekwaarde en Onderhanden Werk is te vinden in het MPR 2020.

Het voordelig saldo van lasten en baten is 0,1 miljoen euro. Dit betreft de inkooptaakstelling op de binnenstedelijke grondexploitaties (die leidt tot een voordelig saldo van 0,2 miljoen euro) en de bijdrage aan promotie- en acquisitie (die leidt tot een nadelig saldo van 0,1 miljoen euro).

Grondexploitatie Leidsche Rijn
In 2021 zijn de geraamde baten 60,9 miljoen euro. Van deze opbrengsten zijn 47,0 miljoen euro uitgiftes van gronden ten behoeve van woningen en 13,8 miljoen euro uitgiftes van gronden ten behoeve van niet-woningen. De overige opbrengsten bedragen 0,1 miljoen euro.

De geraamde lasten zijn 56,4 miljoen euro. Dit bedrag bestaat voor 31,5 miljoen euro uit kosten voor bouw- en woonrijp maken, bijvoorbeeld voor de woningbouwlocaties Rijnvliet en Leeuwesteyn Noord, voor de commerciële vastgoedlocatie Haarrijn en voor diverse infrastructurele werken. Daarnaast is 8,2 miljoen euro geraamd voor plan- en VAT-kosten en 3,1 miljoen euro voor kosten voor verwerving, tijdelijk beheer, bijdragen aan derden en rente. De verrekening met de balansrekening Onderhanden Werk bedraagt 13,7 miljoen euro. De balansrekening Onderhanden Werk bevat de boekwaarde van grondexploitatie Leidsche Rijn. Meer toelichting op de boekwaarde en Onderhanden Werk is te vinden in het MPR 2020.

Het voordelig saldo van lasten en baten is 4,5 miljoen euro. Dit betreft de jaarlijkse afdracht aan de algemene middelen.

Grondexploitatie Stationsgebied
In 2021 worden er geen baten verwacht. De resterende baten zijn begroot in de jaarsneden 2022 en 2023.

De verwachte lasten in 2021 zijn geraamd op 2,3 miljoen euro negatief. Dit bedrag is het saldo van de verwachte kosten die voornamelijk betrekking hebben op de in uitvoering genomen werken (29,3 miljoen euro) en de verrekening met de balansrekening Onderhanden Werk (31,6 miljoen euro). De verwachte kosten voor het bouw- en woonrijp maken van onder andere Catharijnesingel, Stationsplein Oost en omgeving, van Sijpesteijnkade, Jaarbeursplein en omgeving en Forum Noord zijn geraamd op 22,4 miljoen euro. De hiermee samenhangende proceskosten voor planning en toezicht en overig, zoals kosten voor tijdelijke en overige maatregelen in de openbare ruimte zijn begroot op 6,9 miljoen euro.

Het voordelig saldo van lasten en baten is 2,3 miljoen euro. Dit betreft de jaarlijkse afdracht aan de algemene middelen.

Overige gebiedsontwikkelingen
In 2021 bedragen de lasten op deze prestatiedoelstelling 4,6 miljoen euro. Deze bestaan voornamelijk uit plankosten die voortkomen uit het afsluiten van intentieovereenkomsten en anterieure overeenkomsten. Op basis van ervaring verwachten wij bijdragen van particuliere initiatiefnemers van 0,8 miljoen euro.

Samenwerken met partners
De begrote lasten laten vanaf 2020 een stabiel beeld zien.

Mutaties reserves
De toevoeging aan de reserves van 6,3 miljoen euro bestaat uit:

  • Een toevoeging aan de reserve Grondexploitatie van 2,7 miljoen euro: dit zijn de middelen die in de Voorjaarsnota 2017 beschikbaar zijn gesteld voor de Merwedekanaalzone OPG en Busstalling (1,6 miljoen euro) en voor Lombokplein en doorvaarbare Leidse Rijn (1,1 miljoen euro).
  • Een toevoeging aan de reserve Investeringsimpuls RSU van 3,6 miljoen euro: deze toevoeging is conform besluitvorming bij de voorjaarsnota 2016 (1,1 miljoen euro) en 2018 (2,5 miljoen euro).

De onttrekking aan de reserves van 15,9 miljoen euro bestaat uit:

  • Een onttrekking aan de reserve grondexploitatie van 6,0 miljoen euro: dit betreft de voorfinanciering ontwikkelovereenkomst Jaarbeurs (3,0 miljoen euro), de jaarlijkse afdracht aan de algemene middelen (2,1 miljoen euro), de dekking van de kosten voor promotie en acquisitie (0,1 miljoen euro) en de dekking van het product gebiedsmanagement (0,8 miljoen euro).
  • Een onttrekking aan de reserve Investeringsimpuls RSU van 9,3 miljoen euro; deze onttrekking dekt de geraamde lasten voor de Investeringsimpuls RSU. De lasten voor 2021 zijn aangepast aan de planning uit het Meerjarenperspectief Ruimte 2020 (MPR 2020).
  • Een onttrekking aan de reserve inkooptaakstelling Leidsche Rijn van 0,7 miljoen euro, ten gunste van de algemene middelen.

Verbonden Partijen

Vleuten-De Meern zelfstandig BV wordt in 2020 ontbonden.

Deze pagina is gebouwd op met de export van