2. Utrecht is een stad met een gezonde, stille en veilige leefomgeving
2.1 Utrecht is een stad met een gezonde, stille en veilige leefomgeving
Wat willen we bereiken?
E2.1.1 We willen méér dan alleen voldoen aan de wettelijke eisen voor externe veiligheid en geluid
Voor een gezond leefklimaat sturen we op een gezonde geluidsbelasting. Een te hoge geluidsbelasting in de woon- en werkomgeving (zoals ernstige hinder en slaapverstoring) kan tot gezondheidsproblemen leiden. Daarom zijn er wettelijke normen aan geluidbelasting gesteld. Ook binnen de wettelijke normen voor geluid kunnen gezondheidsproblemen ontstaan. Om bij te dragen aan het verlagen van de gemiddelde ervaren geluidshinder in de stad, sturen we bij ruimtelijke plannen op een ambitiewaarde die lager is dan de wettelijke grens en stellen we aanvullende voorwaarden aan gebouwen, straten en buurten. Om de bestaande geluidsknelpunten in de stad aan te pakken hebben we een Actieplan Geluid opgesteld. Met name door het toepassen van stiller asfalt, de verdere uitrol van 30 kilometer per uur wegen en andere ingrepen aan straten en openbare ruimte werken we aan de verbetering van de geluidssituatie in de stad.
Op het gebied van externe veiligheid ontstaan risico’s bij gebruik, opslag en vervoer van gevaarlijke stoffen. We streven naar het beheersen en beperken van deze risico’s zodat de leefomgeving veilig is.
E2.1.2 We streven naar de WHO advies waarden voor stikstofdioxide en fijn stof zodat we minimaal voldoen aan de wettelijke EU-normen. We streven naar een verlaging van de concentraties voor fijn stof
We blijven minimaal aan de wettelijke EU-grenswaarden voldoen. Ook voor 2019 verwachten we hieraan te voldoen – dit zal naar verwachting blijken uit de Monitoringsrapportage die eind 2020 verschijnt. We streven naar de WHO-advieswaarden voor stikstofdioxide en fijn stof. Hier willen we uiterlijk in 2030 aan voldoen. Voor stikstofdioxide komt de WHO-advieswaarde overeen met de EU-grenswaarde. Aan de WHO-advieswaarden voor fijn stof voldoen we nog niet.
Voor het verbeteren van de luchtkwaliteit is ook een nieuw luchtmaatregelenpakket vastgesteld (zie programma Bereikbaarheid).
Effect-indicatoren
Nul- meting
Reali- satie 2019
Doel- stelling 2020
Doel- stelling 2021
Doel- stelling 2022
Doel- stelling 2023
Details
Het percentage inwoners dat vaak overlast van verkeerslawaai ervaart
2010
28
≤22%
≤22%
≤22%
≤22%
Bron
Onderzoek Utrecht, Inwoners-enquête
Oorsprong
Geluidnota Utrecht (2014): het beperken van geluidshinder in de woon- en leefomgeving.
Toelichting
Met geluidsberekeningen, in combinatie met vaste blootstelling-responsrelaties, kan de geluidshinder in de stad in beeld worden gebracht. Maar wat de bewoners er zelf echt van vinden, meten we beter door de inwonersenquête (Utrecht Monitor).
Analyse
Utrecht groeit en verdicht, maar we houden de ambitie vast om het percentage bewoners dat vaak overlast van verkeerslawaai ervaart naar 22% of lager te krijgen. Door het streven naar een 5 dB strengere ambitiewaarde dan de wettelijk grenswaarde, het toepassen van stil asfalt en het verder uitrollen van 30 km/u gebieden voorkomen we nieuwe geluidshinder en verlagen we de ervaren geluidsoverlast bij bestaande geluidsknelpunten.
WHO advieswaarden fijnstof PM10 (=20 μg/m³) en PM2,5 (=10 μg/m³) realiseren
2015
verwacht: eind 2020
Dalende trend
Dalende trend
Dalende trend
Dalende trend
Bron
WHO/RIVM
Oorsprong
motie 2015/78
Toelichting
We streven naar het (uiterlijk in 2030) behalen van de advieswaarden voor fijn stof van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Kanttekening daarbij is dat de eigen bijdrage van de stad Utrecht aan de fijn stof concentraties relatief beperkt is.
Analyse
Aan de hand van de Monitoringstool bepalen we in hoeverre aan de WHO-advieswaarden is voldaan. Dit zal naar verwachting de komende jaren nog niet het geval zijn, met name niet als het gaat om de fijnere fractie van fijn stof. De gemeentelijke Monitoringsrapportage Luchtkwaliteit geeft hierin jaarlijks gedetailleerd inzicht.
Deze indicator voor fijnstof (PM10) is opgesteld op basis van wettelijke verplichtingen die gelden voor de jaargemiddelde concentratie.
Analyse
Een overschrijding van de wettelijke grenswaarde (jaarnorm) wordt niet verwacht. Meteorologische omstandigheden kunnen van jaar op jaar zorgen voor een afwijkend beeld in de dalende trend in concentraties (lange termijn).
Aantal overschrijdingsdagen fijnstof (PM10). Wettelijke norm: maximaal 35 dagen overschrijding van daggemiddelde van 50 µg/m³
Deze indicator voor fijnstof (PM10) is opgesteld op basis van wettelijke verplichtingen.
Analyse
Een overschrijding van de wettelijke grenswaarde (etmaalnorm) wordt niet verwacht. Onderzoek laat overigens een relatie tussen het aantal dagen overschrijding van de etmaalnorm en de jaargemiddelde concentratie fijn stof. Uit deze relatie blijkt dat als aan de etmaalnorm is voldaan (E2.1.5), impliciet ook aan de jaarnorm is voldaan (E2.1.4).
Deze indicator voor de fijnere fractie van fijn stof (PM2,5) is opgesteld op basis van wettelijke verplichtingen. Daarmee sluit het opnemen van deze indicator aan bij de eerder opgenomen indicatoren voor stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10).
Analyse
Een overschrijding van de wettelijke grenswaarde wordt niet verwacht. Meteorologische omstandigheden kunnen van jaar op jaar zorgen voor een afwijkend beeld in de dalende trend in concentraties (lange termijn).
Monitoringsrapportage Lucht 2019/NSL Monitoringstool
Toelichting
Deze nieuwe indicator maakt relatieve verkeersemissies (= uitstoot) voor stikstofoxiden (NOx) inzichtelijk, waarbij de emissies voor het jaar 2015 op 100 zijn gesteld (index 2015=100).
Analyse
Ten opzichte van 2015 zijn de verkeersintensiteiten elk jaar toegenomen. In 2017 is daarnaast het verkeersnetwerk groter geworden, doordat een aantal nieuw aangelegde wegen aan het verkeersmodel zijn toegevoegd.
Voor alle stoffen zijn de verkeersemissies in 2016 en 2017 gedaald ten opzichte van 2015. De grootste daling treedt op voor NOx, PM2,5 en roet (EC). Bij fijnstof (PM2,5 ) en EC zet de daling in 2018 door. Bij stikstofoxiden, direct uitgestoten stikstofdioxide en fijnstof PM10 zien we echter een toename t.o.v. 2017 (index NOx voor 2018 = 97,6).
Stedelijke verkeersemissies (index emissie 2015=100) Direct uitgestoten NO2
Dalende trend
Dalende trend
Dalende trend
Bron
Onbekend
Oorsprong
Monitoringsrapportage Lucht 2019/NSL Monitoringstool
Toelichting
Deze indicator maakt het mogelijk de direct uitgestoten stikstofdioxide-verkeersemissies te vergelijken met die in vorige jaren (index 2015=100), onafhankelijk van de weersomstandigheden in het gepasseerde jaar.
Analyse
Zie analyse E2.1.7.1 (index Direct uitgestoten NO2 voor 2018 = 91,4).
Monitoringsrapportage Lucht 2019/NSL Monitoringstool
Toelichting
Deze indicator maakt het mogelijk de fijn stof verkeersemissies (PM10) te vergelijken met die in vorige jaren (index 2015=100), onafhankelijk van de weersomstandigheden in het gepasseerde jaar.
Analyse
Zie analyse E2.1.7.1 (index PM10 voor 2018 = 96,2).
Monitoringsrapportage Lucht 2019/NSL Monitoringstool
Toelichting
Deze indicator maakt het mogelijk de fijn stof verkeersemissies van de fijnere fractie van fijn stof (PM2,5) te vergelijken met die in vorige jaren (index 2015=100), onafhankelijk van de weersomstandigheden in het gepasseerde jaar.
Analyse
Zie analyse E2.1.7.1 (index PM2,5 voor 2018 = 81,6).
Monitoringsrapportage Lucht 2019/NSL Monitoringstool
Toelichting
Deze indicator maakt het mogelijk de verkeersemissies van roet/EC (= elemental carbon) te vergelijken met die in vorige jaren (index 2015=100), onafhankelijk van de weersomstandigheden in het gepasseerde jaar. Dit geeft een aanvullend beeld van de ef
Analyse
Zie analyse E2.1.7.1 (index roet/EC voor 2018 = 68,7).