Het betalingsverkeer van Utrecht vindt volledig plaats vanuit afdeling FIJ Financiën. Dit betreft het beheer van het gemeentelijke rekeningstelsel, het coördineren van bevoegdheden en het verrichten van feitelijke betalingen.
Met ingang van 2020 is BNG Bank NV nieuwe huisbankier van de gemeente Utrecht, dit als gevolg van de uitkomst van de in 2019 uitgevoerde aanbesteding van het betalingsverkeer. BNG Bank volgde daarmee ABN Amro op als huisbankier. Dat wil niet zeggen dat de gemeente Utrecht geen ABN Amro-bankrekeningen meer heeft. Het proces van de bankmigratie loopt nog steeds en zal naar verwachting pas in de loop van 2021 volledig afgerond zijn. Ook zullen er ABN Amro-rekeningen worden aangehouden als back-up faciliteit ingeval van een verstoring in de systemen van de huisbankier. Dit opdat betalingen met een kritisch karakter zoals sociale uitkeringen, salarissen, notarissen en financiële transacties te allen tijde doorgang kunnen vinden.
Naast ABN Amro en BNG heeft de gemeente een beperkte betalingsverkeer-relatie met Rabobank.
Saldobeheer
Vanuit het centrale beheer verzorgt FIJ Financiën de gemeentelijke saldoregulatie. Saldoregulatie houdt in dat tekorten of overschotten in rekening courant op dagelijkse basis worden aangevuld respectievelijk uitgezet en wel zodanig dat het gemeentelijke banksaldo zoveel mogelijk naar nul wordt gestuurd, dit rekening houdend met de wettelijke bepalingen inzake kasgeldlimiet en de Regeling Schatkistbankieren. Zoals hiervoor opgemerkt beschikt de gemeente Utrecht over een kredietfaciliteit van in totaal 150 miljoen euro bij BNG Bank (30 miljoen euro kredietlimiet plus 120 miljoen euro intradaglimiet). Genoemde bedragen mag de gemeente ‘rood’ staan. Desondanks worden de transacties die nodig zijn om het saldo aan te vullen veelal op de geldmarkt gedaan omdat de rentecondities daar doorgaans gunstiger zijn dan op de reguliere rekening courant. Zoals reeds aangegeven onder het kopje Renteontwikkelingen geldt momenteel een negatieve rente voor geldmarkttransacties. De gemeente krijgt dus geld toe als zij leent. Er wordt niet verwacht dat deze situatie op korte termijn sterk zal veranderen.
Schatkistbankieren
Op grond van de Regeling Schatkistbankieren dienen decentrale overheden eventuele overtollige geldmiddelen in ’s Rijks Schatkist aan te houden, dit met uitzondering van een zeker drempelbedrag. Uit onderstaande tabel blijkt dat het gemeentelijke drempelbedrag voor 2021 circa 5,8 miljoen euro bedraagt.
Tabel 10 Schatkistbankieren
Bedragen zijn in miljoenen euro’s
Bepaling drempelbedrag | |||
---|---|---|---|
Begrotingstotaal aan lasten | 1.537,4 | ||
Waarvan: | Relevant percentage | Opbouw drempelbedrag | |
1 e schijf | 500,0 | 0,75% | 3,75 |
2 e schijf | 1.037,4 | 0,20% | 2,07 |
Drempelbedrag Schatkistbankieren voor 2021 | 5,82 |
Uit het voorgaande is echter duidelijk geworden dat de gemeente voornamelijk aan de opnemende kant zit. Een situatie van (tijdelijk) overtollige middelen wordt dus niet verwacht. Dit betekent dat het berekende drempelbedrag in de praktijk weinig relevantie zal hebben.