Paragrafen

Financiering

In het navolgende gaan wij in op renteontwikkelingen en op ontwikkelingen in relevante wettelijke kaders.

Rente- en marktontwikkelingen.
De ontwikkeling van de rente gedurende het afgelopen jaar kan als volgt grafisch worden weergegeven:

 In deze grafiek wordt het verloop weergegeven van zowel de korte als de lange rente gedurende de periode van medio 2019 tot medio 2020. In die periode is de korte 3-maands rente redelijk stabiel geweest rond een niveau van min 0,4%. De lange 10-jaars rente heeft zich in die periode bewogen rond een niveau van 0% met een licht negatieve rente aan het eind van de periode.
Grafiek 1  Verloop rentetarieven juli 2019 tot juli 2020

Uit bovenstaande grafiek blijkt dat de 3-maands rente gedurende het afgelopen jaar redelijk stabiel is geweest rond een niveau van -0,4% (negatieve rente). Dit kortlopende renteniveau staat hoofdzakelijk onder invloed van het monetair beleid van de Europese Centrale Bank (ECB). In september 2019 heeft de ECB het renteniveau voor de zogenoemde Deposit facility vastgesteld op -0,5% (was sinds 2016 -0,4%). Deze maatregel draagt er aan bij dat de geldmarkttarieven eveneens negatief zijn. De gemeente Utrecht profiteert van deze situatie bij het opnemen van dag- en kasgeldleningen. Door de negatieve rente krijgt de gemeente namelijk geld toe als zij leent voor looptijden van één dag tot en met circa zes jaar. Zie verder in deze paragraaf onder het kopje Saldobeheer.
De lange 10-jaars rente (exclusief opslagen; zie hieronder) heeft zich gedurende het afgelopen jaar bewogen rond een niveau van 0%, met een licht negatieve rente aan het eind van de periode. Dit lange renteniveau staat minder onder invloed van centrale banken maar wordt vooral bepaald door de situatie op de internationale kapitaalmarkt. Die markten hebben in die periode tevens onder invloed gestaan van de onzekerheden veroorzaakt door Corona en een (dreigende) handelsoorlog tussen VS en China.
Indien een langlopende lening daadwerkelijk wordt opgenomen gelden er liquiditeitsopslagen bovenop het IRS-tarief. Per medio 2020 bedroeg deze opslag voor een 10-jaars lening circa 0,25 procentpunt.

Wettelijke ontwikkelingen
Schatkistbankieren
Vanaf eind 2013 dienen decentrale overheden tijdelijk overtollige geldmiddelen, rekening houdend met een drempelbedrag, in ’s Rijks Schatkist te stallen. Het doel van Schatkistbankieren was tweeledig: verminderen van de financieringsbehoefte van de Staat en vermindering van het kredietrisico voor decentrale overheden bij uitzettingen. Inmiddels heeft het Ministerie van Financiën een beleidsdoorlichting Schatkistbankieren afgerond. Daarbij hebben ook (koepels van) decentrale overheden inbreng gehad. Het Kabinet heeft vervolgens de beleidsdoorlichting naar de Tweede Kamer gestuurd. Daarin is bepaald dat de verplichting tot Schatkistbankieren voor decentrale overheden gehandhaafd blijft. Het Kabinet erkent echter dat de regeling te hoge administratieve lasten met zich meebrengt, vooral voor decentrale overheden die in termen van leningen aan de opnemende kant zitten en die van daar uit slechts incidenteel over overtollige middelen beschikken. Het Ministerie van Financiën gaat nader onderzoek doen om het drempelbedrag te verhogen. Ook bij dit onderzoek zullen (koepels van) decentrale overheden weer betrokken worden. In het najaar van 2020 of voorjaar 2021 wordt een advies hierover verwacht.

Interne ontwikkelingen
Geactualiseerd Financieringsstatuut
In het voorjaar van 2020 heeft de gemeenteraad het geactualiseerde Financieringsstatuut vastgesteld. Dit document vormt het kader voor het functioneren van de treasuryfunctie voor de komende jaren, dit in termen van onder andere uitgangspunten, bepaling van taakgebieden, richtlijnen, verantwoordelijkheden, bevoegdheden, informatievoorziening en verantwoording.

Deze pagina is gebouwd op met de export van