x € 1.000 | ||||||
Rekening 2019 | Begroting 2020 | Begroting 2021 | Begroting 2022 | Begroting 2023 | Begroting 2024 | |
Baten | ||||||
Onroerendezaakbelasting | 108.266 | 109.604 | 113.445 | 113.445 | 113.445 | 113.445 |
Budgetstructuur Leidsche Rijn | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Precario-, toeristen- en hondenbelasting | 5.309 | 4.626 | 5.374 | 5.374 | 5.374 | 5.374 |
Uitkering gemeentefonds | 743.239 | 762.251 | 822.257 | 794.446 | 797.063 | 793.820 |
Dividenden | 2.478 | 46 | 946 | 946 | 946 | 946 |
Langlopende geldleningen | 2.417 | 475 | 476 | 162 | 149 | 135 |
Algemene stelposten | 1.492 | 0 | 0 | 6.000 | 6.000 | 6.242 |
Onvoorzien | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal baten | 863.201 | 877.001 | 942.497 | 920.372 | 922.976 | 919.961 |
Lasten | ||||||
Onroerendezaakbelasting | 6.895 | 5.367 | 5.453 | 5.453 | 5.453 | 5.453 |
Budgetstructuur Leidsche Rijn | 0 | -2.261 | -1.299 | 354 | 354 | 354 |
Precario-, toeristen- en hondenbelasting | 315 | 290 | 296 | 296 | 296 | 296 |
Uitkering gemeentefonds | -2.000 | 0 | 0 | 0 | -518 | -518 |
Dividenden | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Langlopende geldleningen | -876 | -4.198 | -5.444 | -5.844 | -7.147 | -8.945 |
Algemene stelposten | 250 | 0 | 70.152 | 30.775 | 8.020 | 4.612 |
Onvoorzien | 0 | 159 | 159 | 159 | 159 | 159 |
Totaal lasten | 4.583 | -642 | 69.317 | 31.194 | 6.618 | 1.412 |
Saldo baten en lasten | 858.618 | 877.644 | 873.181 | 889.179 | 916.359 | 918.550 |
Mutaties reserves | ||||||
Toevoeging reserves | 43.806 | 99.710 | 31.128 | 14.867 | 9.247 | 6.798 |
Onttrekking reserves | 47.995 | 94.620 | 93.687 | 47.307 | 11.386 | 7.154 |
Geraamd resultaat | 862.807 | 872.553 | 935.740 | 921.619 | 918.497 | 918.905 |
Onroerendezaakbelasting
De onroerende-zaakbelastingen worden nader toegelicht in de paragraaf lokale heffingen.
Stelpost budgetstructuur Leidsche Rijn
Op deze stelpost wordt jaarlijks aan de hand van de groei van Leidsche Rijn budget opgebouwd ter dekking van kapitaallasten en overige eigenaarslasten van maatschappelijke voorzieningen in Leidsche Rijn. De meeste voorzieningen zijn inmiddels gereed of in aanbouw. Hetzelfde geldt voor nog in te richten openbare ruimte in verschillende gebieden in Leidsche Rijn. De ruimte die jaarlijks in de begroting ontstaat als gevolg van de groei van de stad bestemmen wij voor uitgaven in verband met de groei van de stad. Hiervoor hanteren wij vanaf 2019 een nieuw groeikader conform besluit bij Voorjaarsnota 2018. Om ervoor te zorgen dat Leidsche Rijn kan worden afgebouwd blijft de frictie doorlopen in het nieuwe groeikader. Op het moment dat een voorziening in gebruik wordt genomen, komt het benodigde budget ten laste van deze stelpost.
Het begrote saldo van de stelpost budgetstructuur Leidsche Rijn is in 2021 (-2,261 miljoen euro) 0,962 miljoen euro nadeliger dan in 2020 (-1,299 miljoen euro).
Het verschil wordt veroorzaakt
- door de structurele toevoeging vanaf jaarschijf 2021 (1,000 miljoen voordeliger) vanuit het nieuwe groeikader
- minus het saldo effect van incidentele (frictiekosten) en structurele (bijv. kapitaallasten) kosten op jaarschijf 2021 (0,038 miljoen euro nadelig) ten opzichte van jaarschijf 2021.
Het begrote saldo van de stelpost budgetstructuur Leidsche Rijn is in 2022 en verder (0,354 miljoen euro) is 1,653 miljoen euro voordeliger dan in 2021 (-1,299 miljoen euro). Dit betreft de incidentele frictiekosten 2021 die alleen jaarschijf 2021 drukken.
De incidentele frictiekosten 2021 bestaan uit:
- De frictiekosten 2021 van onderhoud aan gereedgekomen weg-, groen- en waterprojecten worden via deze stelpost gedekt voor een bedrag van 1,387 miljoen euro.
- In 2021 bedraagt de huur van tijdelijke onderwijshuisvesting en gymvoorzieningen in diverse deelgebieden van Leidsche Rijn via deze stelpost 0,266 miljoen euro.
De door frictie ontstane nadelen worden na afloop van het jaar verrekend met de reserve Budgetstructuur Leidsche Rijn. De verrekening met deze reserve is reeds gerealiseerd voor het jaar 2019.
Precario-, toeristen- en hondenbelasting
De precario-, toeristen- en hondenbelasting worden nader toegelicht in de paragraaf lokale heffingen.
Conform de beleidslijn vastgelegd in de Nota lokale heffingen worden de tarieven voor de hondenbelasting en de precariobelasting met niet meer dan het inflatiecijfer verhoogd.
Uitkering gemeentefonds
De algemene uitkering 2021 neemt ten opzichte van 2020 met 60,0 miljoen euro toe. Dit wordt met name veroorzaakt door het hogere accres in het gemeentefonds. (34,7 miljoen) en de voorlopige compensatie vanuit Rijk vanwege de Corona crisis (25,3 miljoen euro).
Dividenden
Gemeente Utrecht bezit aandelen in een drietal NV's, te weten de BNG Bank NV, Vitens NV en de Utrechtse Maatschappij tot Stadsherstel NV. Deze aandelen geven in principe recht op een jaarlijkse uitkering die gekoppeld is aan de door de NV gerealiseerde winst (BNG, Vitens) of gerelateerd is aan de omvang van het eigen vermogen (Stadsherstel).
Gelet op aangescherpte continuïteitsdoelstellingen worden van Vitens in 2020 en in de komende jaren geen dividendbetalingen verwacht. Met ingang van 2021 worden de van BNG en Stadsherstel te ontvangen dividenden stabiel geraamd op 0,946 miljoen euro.
In 2020 wordt naar verwachting alleen dividend ontvangen van Stadsherstel; op advies van ECB zal BNG waarschijnlijk geen dividenduitkering doen.
Langlopende geldleningen
Zie ook paragraaf Financiering.
De rentebaten nemen af als gevolg van aflossingen op verstrekte leningen.
De rentelasten bestaan uit de volgende componenten:
- de externe rentelasten op opgenomen lang- en kortlopende financiering
- plus de interne rentelasten over specifieke eigen vermogensposten en voorzieningen
- minus de aan activa en grondexploitaties toegerekende rentelasten (negatieve lasten).
Omdat de toegerekende rentelasten hoger zijn dan de in- en externe rentelasten vertoont deze post een negatief saldo. Een negatieve last is te duiden als een opbrengst. Deze negatieve last neemt de komende jaren toe doordat er aanvullende investeringen worden gedaan waaraan rente wordt toegerekend. Naar verwachting is deze toegerekende rente hoger dat de rentelasten van de benodigde aanvullende financiering.
Aan activa wordt 2% rente toegerekend, dit met uitzondering van grondexploitaties; daarvoor gelden specifieke rekenregels die leiden tot een iets lager percentage dan 2%.
Algemene stelposten
Baten
Vanaf 2022 zijn de baten 6,000 miljoen euro hoger dan 2021 vanwege geraamde extra middelen Jeugdzorg. Het Ministerie van BZK en VNG zijn in overleg met provinciale toezichthouders tot een richtlijn gekomen, waarbij het gemeenten is toegestaan een structurele stelpost in te boeken.
Vanaf 2024 vallen de baten 0,242 miljoen euro hoger uit dan 2023. Dit bedrag is fictief, komt zowel aan de baten als lasten kant voor en dient nog gecorrigeerd te worden.
Lasten
In 2021 zijn de lasten circa 70,152 miljoen euro hoger dan in 2020. Het betreft voornamelijk de financiële effecten van de coronacrisis (47,467 miljoen euro) en de kosten van maatregelen om Utrecht door de crisis te loodsen (19,485 miljoen euro). Het resterende deel (3,200 miljoen euro) betreft een gedeelte van de door te verdelen budgetten investeringsagenda groei naar de organisatieonderdelen.
In 2022 bedraagt het bedrag 30,775 miljoen euro . Het betreft voornamelijk de financiële effecten van de coronacrisis (9,303 miljoen euro) en de kosten van maatregelen om Utrecht door de crisis te loodsen (18,275 miljoen euro). Het resterende deel (3,198 miljoen euro) betreft een gedeelte van de door te verdelen budgetten investeringsagenda groei naar de organisatieonderdelen.
In 2023 is het bedrag van 8,020 miljoen euro opgebouwd uit financiële effecten Corona (4,778 miljoen euro) en onder andere onverdeelde budgetten uit de investeringsagenda (3,242 miljoen euro).
In 2024 is het bedrag van 4,612 miljoen euro opgebouwd uit financiële effecten Corona (1,228 miljoen euro) en onder andere onverdeelde budgetten uit de investeringsagenda (3,484 miljoen euro).
De mutaties reserves hebben vrijwel allemaal betrekking op de algemene dekkingsreserve. De algemene dekkingsreserve wordt aangehouden ter verevening van de saldi in de meerjarenramingen. In onderstaand overzicht zijn de mutaties, die in aanloop naar de programmabegroting 2021 zijn verwerkt, kort toegelicht.
Begrote mutaties
| x € 1.000 | ||||
---|---|---|---|---|---|
Jaar | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 |
Saldo | Saldo | Saldo | Saldo | Saldo | |
Eerder verwerkte vereveningen | -48.027 | -10.358 | 4.069 | 516 | 2.972 |
Verevend in aanloop naar programmabegroting 2021 | 53.117 | -52.201 | -36.509 | -2.655 | -3.328 |
Totaal | 5.090 | -62.559 | -32.440 | -2.138 | -355 |
Vrijval weerstandsvermogen | -2.500 | ||||
Overboeking naar nieuwe reserve Maatregelpakketten | 0 | ||||
Correctie kasschuif Bereikbaarheid/MPR 2020 | 10.500 | -9.500 | 4.500 | ||
Vanuit vrijval vaste activa reserve overgeboekt | 22.031 | ||||
Vanuit vrijval andere reserves overgeboekt | 8.974 | ||||
Per saldo vanuit integrale afweging | 14.112 | -10.524 | 529 | -377 | -450 |
Vanwege kosten Corona | -22.192 | -9.303 | -4.778 | -1.128 | |
Vanwege kosten maatregelpakketten | -19.485 | -18.235 | |||
Demping effect vervallen afdracht Stationsgebied | -2.000 | -1.750 | |||
Nu verevend | 53.117 | -52.201 | -36.509 | -2.655 | -3.328 |
Verbonden partijen
Verwachte bijdrage van de Bank Nederlandse Gemeenten is 0,9 miljoen euro.
Verwachte bijdrage van N.V. Vitens is 0,4 miljoen euro.
Verwachte bijdrage van NV Maatschappij tot Stadsherstel Utrecht is 0,046 miljoen euro.
Geen bijdrage verwacht van de N.V. REMU-Houdster
Verwachte bijdrage van BghU is 5,634 miljoen euro.